Het gevaar op een fietsreis – Ziekte
Zalfjes en pillen
Ziekte dan.
Van mijn kostbare bagageruimte heb ik een relatief groot gedeelte ingeruimd voor allerhande pillen, verbandjes, zalfjes en apparaatjes. Heel veel zooi waarmee ik van alles kan voorkomen en genezen: de eerste hulp bij ongelukken, ongevallen, noodsituaties en andere paniekwaardige omstandigheden.
Voor het grootste deel van die ballast geldt dat ik het nooit uit de verpakking heb hoeven halen. Op een enkele aspirine en een verdwaalde pleister na, heb ik alles altijd keurig in de speciaal daarvoor aangeschafte toilettas kunnen laten zitten.
Ik ben af en toe wel wat verkouden geweest, ik heb heus wel eens een beetje diarree gehad, ik heb mijn enkel een keer verstuikt en ik ben één keer twee dagen met een griepje in bed blijven liggen, maar dat is het ook wel zo’n beetje. Verder ben ik niet ziek geweest.
Voorkomen of genezen
Onderweg heb ik dus nauwelijks iets hoeven doen om ziektes te voorkomen. Deels komt dat misschien doordat ik voor vertrek al mijn uiterste best heb gedaan dat te doen. Ik heb me helemaal vol laten spuiten, om maar te voorkomen dat ik enge aandoeningen oploop als difterie, buiktyfus, gele koorts, hepatitis, hondsdolheid, meningokokken en andere ziektes, waarvan ik niet eens wist dat ze bestaan of wat ze met je doen.
Het enige wat ik onderweg eigenlijk nog actief heb gedaan, is proberen malaria voor te blijven, door onder klamboes te slapen, me in te smeren met deethoudend antimuggenspul, zoveel mogelijk muggen dood te slaan, keurig mijn malariatabletten te slikken en een lange broek aan te trekken bij het vallen van de avond.
Dat laatste heb ik ook gedaan in Scandinavië, daar met als doel tekenbeten te voorkomen.
Voorzichtig
Verder is het wel verstandig een beetje voorzichtig te zijn. Voorzichtig te zijn met bijvoorbeeld hiv of met het zwemmen in zoetwater. Voorzichtig te zijn met landen waar enge epidemieën kunnen opduiken.
Maar je moet er ook voor oppassen dat je niet al te voorzichtig wordt. Als je te voorzichtig bent, dan durf je op het laatst helemaal niets meer en, hoe voorzichtig je ook bent, als het noodlot toe wil slaan, dan slaat het toch wel toe.
Maar gelukkig slaat het noodlot niet zo heel snel toe. En zelfs als iets op het noodlot lijkt, dan hoeft dat niet altijd te betekenen dat dat ook jouw noodlot is.
Dus mocht er nou wel plotseling een ebola-epidemie om je heen uitbreken, probeer je dan te realiseren dat zelfs dan de kans dat je die ziekte oploopt vrijwel nihil is, omdat je het contact met dode mensen toch wel tot een minimum zult beperken.
Ook kan het gebeuren dat je, hoewel je je hele lichaam hebt volgesmeerd met muggenmelk, toch wordt gestoken door hongerige muggen, omdat er een gat zit in je klamboe.
En ook dat is niet het einde van de wereld.
Ook dat is niet per se noodlottig, zelfs niet als je in een malariagebied bent en je net op dat moment je malariapil vergeten bent in te nemen. Niet van elke muggenbult krijg je namelijk malaria. Sterker nog, op de gebruikelijke jeuk na, kunnen de meeste muggenbeten geen enkele kwaad.
Volgende: Het gevaar – Materiaalpech
Vorige: Het gevaar – De elementen
Of begin hier gewoon bij het begin van mijn boek ‘Figurant in de Hoofdrol’
0 reacties