Het gevaar op een fietsreis – De dieren

Leeuwen, krokodillen en harige spinnen

Van mensen heb je dus eigenlijk niet zo veel te vrezen. Mensen zijn over het algemeen goed. Maar mensen zijn niet de enige levende wezens die je het leven goed zuur kunnen maken. Ook dieren zijn in potentie een groot gevaar.

Toch valt ook dat in de praktijk reuze mee.

Wilde dieren zijn gevaarlijk, maar een stuk zeldzamer dan je soms zou hopen.
Om welgeteld één leeuw tegen het lijf te lopen heb ik de hele godganse dag met een autootje door een safaripark moeten hobbelen. Van nijlpaarden en krokodillen heb je alleen last als je zo stom bent in hetzelfde water te springen als waar zij in zwemmen en de enige kudde op hol geslagen olifanten die ik ben tegenkomen, is alleen maar op hol geslagen omdat die beesten in paniek raakten toen ze mij aan zagen komen.

Ook voor apen, giraffen en antilopen geldt trouwens dat ze veel banger voor jou zullen zijn als jij voor hen. Ze zullen doodsangsten uitstaan als ze je zien en ze zullen al op de vlucht zijn geslagen voordat jij je fototoestel uit je tas hebt kunnen frommelen.

Blaffende zwerfhonden bijten niet, zolang je maar lief tegen ze blijft doen en mieren en vliegen zijn hooguit vervelend en vies als ze in je eten of op je neus gaan zitten. De meeste andere insecten kunnen dan wel harig, eng en vooral heel groot zijn, maar ze zullen je, net als thuis, geen vlieg kwaad doen.

Volgende: Het gevaar – De elementen
Vorige: Het gevaar – De mensen
Of begin hier gewoon bij het begin van mijn boek ‘Figurant in de Hoofdrol’