Van Side naar Yesilöz – Koreaans gezelschap
Zaterdag 28 december. Turkije.
Sinds gisteren rijd ik samen met Kim, een Koreaanse jongen die al vanaf 2011 rond de wereld aan het fietsen is. Hij spreekt niet al te goed Engels, is wel erg grappig en ook heel aardig.
Hij heeft zoveel bagage bij zich, dat ik aanvankelijk dacht dat hij een motor was.
Ruim 50 kilo zeult hij mee.
Dat betekent dat hij niet erg makkelijk een berg op komt en dat ik altijd op de top op hem moet wachten.
Aan de andere kant betekent dat ook dat hij uit zijn tassen een keuken tevoorschijn kan toveren waar een gemiddelde sterrenchef zijn vingers bij af zou likken en dat we ’s avonds dus een prima potje kunnen koken.
De slaapplekvinder
Kim is een meester in het vinden van slaapplekken.
Gisteren hebben we onze tenten nog opgezet naast een restaurant midden in het centrum van Side en vandaag neemt hij puur op gevoel een afslag om te kijken of hij een gebouw kan vinden waarachter we onze tenten neer kunnen zetten. Een uur geleden is het namelijk erg hard gaan waaien en dan is het wel zo fijn om een beetje beschut te staan.
Als hij niet veel later terugkomt, blijkt dat hij een kilometer van de weg af een piepklein dorpje heeft ontdekt. Daar staat een huis dat nog niet af is en dus leeg staat. We rijden naar het gehucht toe en vragen aan wat mensen of we in het huisje mogen slapen. Dat vinden ze geen enkel probleem.
Babelonisch
’s Avonds krijgen we bezoek van wat mannen uit het dorp, die nog even komen kijken hoe het met ons gaat.
Het is grappig om te merken hoe, zo vlak bij het massatoerisme aan de kust, de mensen hier totaal niet gewend zijn aan buitenlanders.
Natuurlijk spreekt geen van de mannen iets anders dan Turks. Dat weerhoudt een van hen er niet van evengoed een praatje aan te knopen.
Ik begrijp dat hij iets van me wil weten, maar ik snap helemaal niets van wat de man zegt. Nadat hij een paar keer geduldig zijn vraag heeft herhaald, krijgt ook hij door dat het op deze manier niet gaat lukken. Hij krijgt een heldere ingeving, pakt pen en papier en schrijft op wat hij al een paar keer heeft gevraagd. In het Turks.
Als we hem vervolgens met een moeilijk gezicht aan blijven kijken, geeft hij het ten slotte moedeloos op en wenst hij ons iets toe. Ik neem aan een goede nacht.
En een goede nacht wordt het zeker.
Er barst namelijk midden in de nacht een enorm noodweer los en wij liggen hier, zo op de stoffige grond van het verlaten huisje, toch maar mooi uitstekend beschut tegen het geweld van de regen, de onweer en de storm.
Volgende: Van Mellec naar Aydıncık – Zeven kleuren
Vorige: Van Korkuteli naar Lara – All inclusive
Of begin hier gewoon bij het begin van mijn boek ‘Figurant in de Hoofdrol’
0 reacties