Van Rufunsa naar Chunyunyu – Rauw
Zaterdag 4 oktober. Zambia.
Al dagenlang rijd ik over een lange rechte weg, die me in de allesverzengende hitte door droge landschappen voert. Die landschappen zijn niet spectaculair, er zijn nagenoeg geen dieren te bewonderen, er zijn geen toeristische hotspots en bijzondere ontmoetingen heb ik ook niet echt gehad.
Toch rijd ik hier rond met het kippenvel op mijn armen. Want dit is Zambia. En Zambia is echt. Zambia is rauw. Zambia zindert. Non-stop word ik begeleid door oorverdovende, snerpende vogel- en insectengeluiden. En de lucht, die trilt.
Hart van Afrika
Als ik aan Afrika denk, dan denk ik aan Zambia. Als een soort hart lijkt dit land vanuit het diepste binnenste van het continent het bloed door dat enorme Afrikaanse lichaam rond te pompen. Zonder Zambia geen Afrika. Zambia ís Afrika.
Ik kom door dorpjes met ronde plaggenhutten, waar steevast hele goeie Afrikaanse muziek heel hard uit hele slechte boxen knalt. Mannen drinken er bier onder een boom en altijd is er wel ergens een vrouwtje te vinden, dat op verzoek de oliebolachtige lekkernijen uit de emmer op haar hoofd voor een appel en een ei aan me verkoopt.
Rond het middaguur werk ik er daar een stuk of vijf van naar binnen en daar kan ik dan op teren tot ik, vlak voor de duisternis invalt, mijn potje heb gekookt op de plek waar ik ergens midden in het woeste, dorre landschap tussen de baobabbomen mijn tent heb opgezet.
Dát is Zambia.
Zambia is rauw.
Zambia is echt.
Zambia zindert.
Volgende: Van Chinyunyu naar Kusaka – Boven baas
Vorige: Van Chipata naar Katete – Rustig
Of begin hier gewoon bij het begin van mijn boek ‘Figurant in de Hoofdrol’
0 reacties