Van Goudiri naar Diboli – Lichte zeden

Gepubliceerd door Marco Singelenberg op

Dinsdag 13 mei. Mali.

Van Goudiri naar Diboli - Lichte zeden - houtskoolvuur

Mijn angst Senegal niet meer uit te komen blijkt ongegrond. De man van de immigratiedienst in Ziguinchor heeft gelijk gehad. Niemand die naar een stempel in mijn paspoort taalt. Ik mag Senegal gewoon uit. En Mali in.

Een paar meter over de grens met Mali ligt een hotelletje. Ik ben moe en heb geen zin meer, dus ik draai mijn fiets de parkeerplaats van het hotel op.

In de smoezelige slaapgelegenheid blijkt nog één kamer vrij te zijn. Een raar klein kamertje dat ik gretig accepteer.
Ik was me met het water uit de emmer die ze buiten mijn deur voor me hebben neergezet en loop opgefrist naar beneden om op het rommelige terras een biertje te gaan drinken.

Vis en hoeren

Terwijl ik dat aan het doen ben, kijk ik eens goed om me heen. Het valt me op dat vrijwel alle aanwezige dames me met hun zwaar opgemaakte ogen hun zwoelste blikken proberen toe te werpen. Ze blijken zo goed als allemaal medehotelgasten te zijn en met vrij grote zekerheid stel ik vast dat ik van alle kamerbewoners de enige ben die niet van lichte zeden is.

Maar ook dames van lichte zeden zijn heel vriendelijk, zelfs als je die lichte zeden niet met ze wilt delen.
Niemand is onaardig. Iedereen is behulpzaam en een van de dames maakt zelfs tegen een kleine vergoeding boven het houtskoolvuur een visje voor me klaar.

Mij hoor je dus niet klagen.
Ik voel me hier best op m’n gemak.

Volgende: Bafoulabé – De regen
Vorige: Van Diattacounda naar Kolda – Twee keer
Of begin hier gewoon bij het begin van mijn boek ‘Figurant in de Hoofdrol’

Categorieën: 14 West-Afrika

0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.