Van Baltimore naar Polokwane – Dreigend onheil
Woensdag 5 november. Zuid-Afrika.
Het is warm en ik heb dorst. Ik rijd een gehucht in de middle of nowhere binnen en stop daar bij een winkeltje. Ik koop er nietsvermoedend een literfles Coca-Cola en drink die in een paar teugen leeg.
Het groepje zwarte jongeren had ik vanuit mijn ooghoek al zien staan. Maar nu komen ze ook echt naar me toe.
Dat ziet er niet goed uit.
Ik ken alle slechte verhalen over criminaliteit in Zuid-Afrika en in mijn hoofd begint zich een onheilspellend muziekje af te spelen. Zo’n muziekje dat ze in films laten horen als het echt spannend dreigt te gaan worden.
Kettingen en gouden tanden
Ik schat ze in op een jaar of achttien. Kettingen. Gouden tanden. Boze blikken.
Ze zijn met z’n zessen.
Ik ben alleen.
Op de vrouw van het winkeltje na is er helemaal niemand in de buurt. En zij ziet er niet uit als iemand waar ik op kan rekenen als het erop aankomt.
‘Meneer!’ roept een van de jongens dreigend naar me. ‘Meneer, ons wil maak ’n foto met jou!’
En een paar seconden later staan ze zich schaterlachend te verdringen om zich met hun mobiele telefoons te laten fotograferen. Om beurten slaan ze een arm om me heen. Allemaal willen ze op de foto met die witte man en zijn fiets.
Na de groepsfoto’s bedanken ze me vriendelijk. Ze geloven me niet als ik zeg dat ik vandaag echt nog 50 kilometer op die fiets moet zitten. Ze kijken zelfs een beetje bezorgd, maar ze hopen wel dat het gaat lukken en ze wensen me daar alle succes bij.
Volgende: Van Branddraai naar Graskop – God’s Raam
Vorige: Van Sherwood naar Baltimore – Welkom
Of begin hier gewoon bij het begin van mijn boek ‘Figurant in de Hoofdrol’
0 reacties