Van Algeciras naar Gibraltar – Aparte plekken
Zaterdag 22 februari. Gibraltar.

Gibraltar is een aparte plek.
Zodra je vanuit Spanje de grens oversteekt, kom je voor een dichte slagboom te staan. Je vraagt je af waarom je in hemelsnaam staat te wachten, tot je er na een paar minuten achter komt dat dat is omdat je midden op het vliegveld staat en er een vliegtuig op het punt staat te gaan landen.
Als je de landingsbaan bent gepasseerd, kom je vrijwel meteen midden in een stad terecht, een stad waar een enorme rots bovenuit torent en die Engelser is dan Engels.
De dubbeldekkers. De telefooncellen. De Britse ponden. De monumentale bontgekleurde gevels van pubs met klinkende namen, waar pints of lager worden geschonken, waar eieren met bacon en bloedworst als ontbijt worden geserveerd en waar op grote schermen tegelijkertijd naar cricket en Manchester United kan worden gekeken.
Engeland met mooi weer.
Dat is waar je bent beland.
Testrit
Vanmorgen, net voor het middaguur, had Pino z’n klusje geklaard. Hoewel ik natuurlijk wel wist dat het goed was gekomen, wil ik er desondanks niet pas in Marokko achter komen dat er toch iets mis is. Voor de zekerheid heb ik dus nog even een kleine testrit gemaakt.
Nu ben ik dol op aparte plekken, dus een betere bestemming dan dit malle stukje Engeland met die uit de kluiten gewassen apenrots kan ik me niet indenken, zeker niet nu dat stukje Engeland maar 20 kilometer verderop ligt.
Een mooiere kans me voor een laatste maal tegoed te doen aan alle geneugten die Europa heeft te bieden ga ik niet krijgen.
Nog één laatste avond vol grote glazen bier, vette fish and chips en wintersport op televisie.
En dan moet er vanaf morgen maar weer eens serieus gefietst gaan worden. Het wordt de hoogste tijd om weer kilometers te gaan maken, want die 1.100 kilometer die ik de afgelopen zeven weken heb afgelegd, dat is natuurlijk nauwelijks iets om over naar huis te kunnen schrijven. Daarnaast ben ik ook qua richting geen donder opgeschoten naar de kant die ik toch echt op moet, het zuiden.
Maar met dat fietsen moet het goedkomen. Ik zou niet weten wat me daar nog van af zou kunnen houden, want de zon, die schijnt weer. Zowel aan de hemel als in mijn hoofd. En met dank aan Pino rijdt ook mijn fiets weer als een zonnetje.
Zin
Ik heb er dus weer zin in.
Ik heb weer zin om te gaan fietsen.
Ik bestel nog een pint van de goedkoopste troep die ze in deze kroeg verkopen en daarna is het tijd om te gaan slapen.
Morgenvroeg eerst nog even een stukje terug, naar Algeciras. Daar de boot op, oversteken en dan Afrika maar eens veroveren…
Volgende: Het gevaar op een fietsreis – Spookbeelden
Vorige: Algeciras – Pino
Of begin hier gewoon bij het begin van mijn boek ‘Figurant in de Hoofdrol’

0 reacties