De spullen op een fietsreis – Kleding

Ik ga voor anderhalf jaar op fietsreis en ik neem mee: mijn fiets, fietstassen en…
Kleding.

Speciale kleding

Wat voor kleding je meeneemt moet je natuurlijk lekker zelf weten. Ik heb een afritsbroek, een warm fleecevest, T-shirts, sokken en onderbroeken bij me. Net als iedereen eigenlijk. Een regenpak is altijd een goed idee en slippers zijn fijn omdat ik het prettig vind om af en toe ergens anders op te lopen dan op mijn combinatie-fiets-wandelschoenen.

Ik heb ook speciale kleding bij me om in te fietsen, maar ik kom er steeds meer achter dat dat eigenlijk niet zo hard nodig is. In gewone kleding kun je ook prima fietsen, al is een stuk zeem in je onderbroek toch ook wel weer fijn als je acht uur lang op een hardleren zadel moet zitten.

Fietshandschoentjes

Er is dus niet veel speciale fietskleding waar ik echt niet zonder zou kunnen. De enige uitzondering daarop vormen de fietshandschoentjes zonder vingers. Behalve als het echt heel koud is, en gewone handschoenen een comfortabeler optie zijn, heb ik die eigenlijk altijd aan. Erg praktisch zijn die dingen.

Ze vangen schokken op, zodat je vingers niet zo gaan tintelen, maar het grootste voordeel is misschien nog wel dat alles niet zo vies wordt als je ze aanhebt. Als je met blote handen rijdt ontstaat er namelijk iets van een kip-en-ei-situatie, waarbij je zweethanden je stuur vies maken en de handvaten van je stuur op hun beurt je handen weer heel smerig maken.
Die handschoentjes vormen dus een soort buffer, die al dat vuil opvangt en die daarmee zowel de handen als het stuur keurig schoonhoudt.

Erg praktisch dus, die handschoentjes.

Je moet alleen niet vergeten ze af en toe met je kleren mee te wassen. Want als je handen en je stuur niet vies worden, dan moet er toch iets zijn wat heel smerig wordt. Voor je er erg in hebt, vraag je je dan ook af wat er toch zo ontzettend kan stinken. En je raadt het al. Dat zijn dus die handschoentjes.

Weekdierachtig

Dat ze vies worden is overigens niet het enige minpunt. Ze hebben, zeker voor de wat ijdeler fietstoeristen, nog een onhandig nadeel.

Op zich is het natuurlijk ideaal dat die handschoenen geen vingers hebben. Je kunt alles er gewoon mee beetpakken en je hoeft ze daarom eigenlijk nooit meer uit te trekken.
Maar dat je ze nooit uittrekt tijdens het fietsen zorgt er wel voor dat je regelmatig de uitlachers op je hand zult hebben als je ’s avonds in een café wat zit te drinken. En dat is ook wel logisch. Het is namelijk echt geen gezicht om, tussen je prachtig zongebruinde armen en je koperkleurige vingers, precies op de plek waar die handschoentjes overdag hebben gezeten, zo’n lijkbleek, weekdierachtig stuk huid te zien zweven.

Volgende: De spullen – Hoofddeksels
Vorige: De spullen – Fietstassen
Of begin hier gewoon bij het begin van mijn boek ‘Figurant in de Hoofdrol’