Einde van een fietstocht
December 2014. Eerste Kerstdag.
Ik stap uit de douche en droog me af.
Ik heb uitstekend geslapen op een treurige, kleine kamer van het troosteloze Ikeahotel dat op een steenworp afstand van Schiphol ligt en na het ontbijt in de al even treurige ontbijtzaal maak ik me voor de laatste keer gereed om op de fiets te stappen.
Voor de laatste keer trek ik mijn al een poosje niet meer zo frisse fietskleren aan en voor de laatste keer haak ik mijn pikzwarte fietstassen op de bagagedragers, om ze door mijn zo betrouwbaar gebleken Batavus te laten vervoeren.
31.000 kilometer heb ik in de afgelopen anderhalf jaar gefietst door Europa en Afrika, van de Noordkaap naar Kaapstad, en nu ben ik klaar.
Nou ja, op 35 kilometers na dan, de afstand die ligt tussen Badhoevedorp en Hilversum. Als vanzelf leg ik ze af.
Maar hoe routinematig ik de trappers ook laat ronddraaien, ik geniet er intens van. Want ondanks alle monsterlijke snelwegen, die in de loop der jaren zijn aangelegd om het volk te voorzien in haar haast idiote behoefte zich met een angstaanjagende snelheid voort te bewegen, blijken de regels uit het gedicht dat Hendrik Marsman alweer zo lang geleden schreef nog verrassend actueel te zijn:
Denkend aan Holland zie ik breede rivieren traag door oneindig laagland gaan…
Denkend aan Holland
Het Hollandse landschap is onovertroffen in het winterse licht.
Wat is dit land toch bijzonder.
Die imposante wolkenluchten. Het Amsterdamse bos. Het verlaten en kneuterige winkelcentrum van Amstelveen. De majestueuze molens met hun majestueuze, bewegingsloze wieken.
Hoe de enorme binnenvaartschepen zich tergend langzaam een weg door het Amsterdam-Rijnkanaal banen. Hoe de slootjes als een ingenieus spinnenweb door de nog altijd groene weilanden zijn geweven. Hoe de karakteristieke boerderijen in de geweldige ruimte zijn verzonken en hoe de boomgroepen, dorpen, geknotte torens, kerken en olmen zijn verspreid door het land.
En dat alles in één grootsch verband.
Wat is dit land toch mooi. Wat is dit land toch onveranderlijk mooi.
Onderweg begint het wel te regenen. Maar dat geeft niet. Ook dat hoort erbij.
Terug in Nederland
De komende tijd ga ik me heerlijk onderdompelen in de wereld die Nederland heet.
Ik ga tompoezen, zoute drop, paardenworst, oliebollen en zuurkool met spekjes eten. Allemaal door elkaar. En ik ga haring happen en in de snackbar een veel te hete kroket rechtstreeks uit het vet zo in één keer in m’n bek proppen, zodat ik daar zeker twee weken last van heb.
Ik ga kijken naar schaatsen, hockey, korfbal en Mighty Michael van Gerwen en ik kan niet wachten tot ik me lekker kan gaan ergeren aan het tenenkrommende wielercommentaar van Dijkstra en Ducrot tijdens de voorjaarsklassiekers. Hele zondagmiddagen ga ik naar Langs de Lijn zitten luisteren, om dan rond kwart voor zes alvast met mijn bord op schoot te gaan zitten wachten tot het voetballen begint.
Ik ga een fles jonge jenever met glas en al in de vriezer stoppen en die helemaal leegdrinken. Daarna duik ik de kroeg in, om te kijken hoe de barkeeper het bier zo vanuit het vat mijn fluitje in tovert.
Ik ga vloeken met een harde G en schelden met een harde OE. Ik ga hele dagen enorm lopen zeiken over het weer. Ik ga me ergeren aan polderpolitiek, klokkenluiders, RTL Boulevard en Zwarte Pietendiscussies en ik ga lachen om André van Duin, Toon Hermans, Theo Maassen en natuurlijk om Maxim Hartman, de grappigste man van Nederland en misschien zelfs wel van West-Europa.
Annabel en Koning Hazes
Ik ga luisteren naar ‘Annabel’ van Hans de Booij en ‘Je Loog tegen mij’ van Drukwerk en daarna ga ik Doe Maar, De Dijk, Opgezwolle, The Amazing Stroopwafels, Saskia en Serge, Boudewijn de Groot, De Jeugd van Tegenwoordig en uiteraard alles van Koning Hazes opzetten.
Ik ga Soldaat van Oranje twee keer achter elkaar bekijken en de scène uit Flodder, waarin Tatjana ‘Maar buurman wat doet u nu!’ roept, die ga ik de hele avond op repeat zetten.
Ik ga alle coupletten van Het Wilhelmus uit mijn hoofd leren en ik ga boeken lezen van Jeroen Brouwers, Arnon Grunberg, Reve, Hermans en Kluun. En misschien, heel misschien, pak ik er zelfs wel een gedichtje bij. ‘Blues on Tuesday’ van Deelder of ‘Nu Nog’ van Hugo Claus, wat dan technisch gezien niet Nederlands is, maar wel het mooiste wat er ooit in onze taal is geschreven.
Ja, een gedichtje. Dat is wel een goed idee. En laat ik dan maar gewoon beginnen met het gedicht van Marsman…
Gourmetten
Over de Vreelandseweg kom ik Hilversum binnen.
Langs het industriegebied van Kerkelanden rijd ik door naar de Diependaalselaan. Ik passeer bejaardencentrum Zuiderheide. Daarachter wonen Hans en Inge en om één uur ’s middags sta ik bij ze voor de deur.
MARCO WELKOM THUIS
staat er op het spandoek dat in de voortuin staat.
Nog geen ogenblik later zit ik met een glas rode wijn in de hand bij mijn zus en zwager thuis op de bank. Er staan hapjes op tafel. Gevulde eieren. Vis. Toastjes met Franse kaas. En straks gaan we gourmetten. Want het is Eerste Kerstdag.
Morgen ga ik naar mijn broer Ron en mijn schoonzus Miranda. Daar gaan we ook gourmetten. Want morgen is het Tweede Kerstdag.
En er is niets dat ik liever zou willen.
Ik houd van gourmetten met familie.
Gourmetten met familie vind ik gezellig.
Volgende artikel: Flintstonesthema
Als je wilt kun je hier meer lezen over mijn vakantie naar IJsland.
Ben je geïnteresseerd in mijn hele fietsreis? Begin dan hier met lezen. Of bestel gewoon het papieren boek of het e-book bij bol.com:
3 reacties
Esmeralda · 19 maart 2019 op 13:42
Jij bent mijn website.
Ik hoop dat ik het goed doe.
Berichtje terug A.U.B
Marco Singelenberg · 19 maart 2019 op 14:08
Je doet het uitstekend.
Maarten · 19 maart 2019 op 14:31
Waar ik aan denk vraag je… simpel, alles uit je geweldig geschreven boek komt weer opborrelen, de humor, de ellende, gevaarlijke situaties, grappige situaties, mensen die je onderweg ontmoet hebt en natuurlijk het Jaap Stam verhaal.
Ik denk, wat? ik weet het wel zeker, dat ik je verhalen met plezier ga lezen… Zet em op!!