Van Nkhata Bay naar Kasitu – Wedstrijdjes

Gepubliceerd door Marco Singelenberg op

Dinsdag 23 september. Malawi.

Van Nkhata Bay naar Kasitu - Wedstrijdjestu

In Malawi wordt er veel gefietst.
De prijs voor brandstof in dit land is zo hoog, dat de inwoners het zich niet kunnen veroorloven om in een auto of op een brommer te rijden. Dus pakken ze massaal de fiets.
Het is hier zelfs de belangrijkste taxivorm.
Overal zie je sterke jonge mannen op de pedalen staan, met achterop een meisje dat met haar vriendinnen belt, een oude oma met een tas vol boodschappen, of een strak in het pak zittende zakenman, die zijn aktekoffertje boven zijn hoofd houdt om zichzelf te beschermen tegen de zon.

Wedstrijd

Er zijn dus heel veel mensen fietsend onderweg. Je ziet ouderen en ook wel meisjes fietsen, maar in de meeste gevallen zijn het jonge mannen die ik tegenkom. Vaak zie ik ze al loom slingerend rijden als ik nog ver achter ze fiets. Ze rijden dan zo traag, dat het een wonder is dat ze niet omvallen. Meestal duurt het dan ook niet lang voor ik bij ze ben en ik ze moet inhalen.

Maar zodra ik dat dreig te gaan doen gebeurt er iets met ze.
Ingehaald worden door een muzungu, dat is iets waar hun trots niet tegen bestand is. Dat kunnen ze niet over hun kant laten gaan. Zodra ik ze voorbijfiets gaat er een knop om en zullen ze alles op alles zetten mij op hun beurt weer in te halen, om zo alsnog als eerste een door hen bepaalde denkbeeldige eindstreep te kunnen halen.
Ze maken er een wedstrijd van.

Niks andere wang

Ik sta daar natuurlijk boven. Ik ben een goed opgevoede, goed opgeleide, beschaafde westerse man. Het zou wel erg kinderachtig zijn om me iets aan te trekken van de manier waarop mijn jonge medefietsers plagerig en uitdagend achteromkijken als ze net met alles wat ze in zich hebben langs me heen zijn gereden.
Daarnaast kan ik het me domweg niet veroorloven de godganse dag dergelijke zinloze wedstrijdjes te houden. Zij moeten naar een dorp even verderop, maar ik moet nog de hele dag fietsen. En als ik aan het einde van de dag niet helemaal aan gort wil zijn, dan moet ik niet de hele dag tussensprintjes gaan trekken.

Maar ik ben en blijf natuurlijk wel een man. En echte mannen slaan terug als ze geslagen worden. Niks andere wang.
Als ik voor de zoveelste keer die dag door zo’n kleine kolerelijer voorbij ben gereden, en hij met zo’n arrogante glimlach op zijn bakkes en een superieure blik in zijn ogen naar me omkijkt, dan kan ik niet langer op mijn zadel blijven zitten doen alsof het me niet interesseert. Dan moet ik even laten zien wie de grootste heeft en wie daar het verste mee kan pissen.

Slachtoffers

Mijn slachtoffers moet ik daarbij wel zorgvuldig uitpikken. Sommigen zijn, ondanks de barrels waar ze op rijden, zonder versnellingen, maar met aanlopende achterwielen, zo sterk dat ik met geen mogelijkheid ook maar bij ze in de buurt kan blijven. En dan hebben ze vaak ook nog iemand achterop. Dat is kansloos. Slecht voor het zelfvertrouwen. Dodelijk voor mijn mannelijkheid.

Maar bij de meesten merk ik dat ze, zodra ze me voorbijrijden, hun hand toch een beetje aan het overspelen zijn. Ze fietsen hard langs me heen, kijken me smalend aan, zetten nog een tandje bij en fietsen een stukje voor me uit. Zodra de weg echter een beetje omhoog gaat, zie ik de eerste zweetdruppels op hun voorhoofd verschijnen. In een poging zichtbaar onaangedaan over te komen, ga ik dan vlak achter ze fietsen. Zenuwachtig beginnen ze achterom te kijken en als ze zien dat ik glimlachend aan hun achterwiel zit vastgeplakt, trappen ze met hun laatste restje kracht nóg een tandje harder. Ik doe dat ook. Hetzelfde tandje.

Sadisme

Langzaam maar zeker zie ik ze dan helemaal kapotgaan. Schuddend op de fiets. Handen op de dijbenen. Steeds vaker met paniek in de ogen omkijkend. Maar ze houden vol. Ze blijven strijden. Want niet alleen hun eigen eer, maar die van hun hele dorp staat op het spel.

Gadegeslagen en soms aangemoedigd door dorpsgenoten en vrienden komen ze dan kilometers later totaal uitgeput als eerste aan op hun plaats van bestemming, waar ze trots in het rond kijken of iedereen wel heeft gezien dat ze harder kunnen fietsen dan een blanke.

Met dit stukje sadisme moet ik genoegen nemen. Van ze winnen lukt niet. Ik kan ze natuurlijk ook gewoon weer voorbijrijden, maar als ik dat doe, dan sturen ze om gezichtsverlies te voorkomen precies op het moment dat ik ze dreig te passeren naar links. Ze doen dan net alsof ze juist op dat moment hun bestemming hebben bereikt. En daar heeft niemand iets aan.
Nee, laat mij het maar op mijn manier doen.
Nu wanen zij zich tenminste in de zevende hemel omdat ze denken dat ze een overwinning hebben behaald. En ik voel me goed omdat ik die arme Afrikaanse jongens 10 kilometer lang heb laten lijden.

Volgende: Van Nkhotakota naar Salima – Bavianen
Vorige: Van Mzuzu naar Nkhata Bay – Verboden vruchten
Of begin hier gewoon bij het begin van mijn boek ‘Figurant in de Hoofdrol’


0 reacties

Geef een reactie

Avatar plaatshouder

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.